Platform naar Werk

UWV en CBS publiceren rapport over samenstelling van onbenut arbeidspotentieel

man loopt door een station

De krapte op de arbeidsmarkt wordt acuut. Zowel het CBS als het UWV rapporteerden in 2021 een recordkrapte op de arbeidsmarkt, terwijl er tegelijkertijd nog arbeidspotentieel is. Het rapport ‘Samenstelling van onbenut arbeidspotentieel’ geeft een beeld van de omvang en de samenstelling van het onbenut arbeidspotentieel.

Op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hebben het UWV en CBS dit onbenut arbeidspotentieel in kaart gebracht, op basis van cijfers uit 2020. In hoeverre behoort het aantal Geregistreerde Werkzoekenden bij het UWV tot het onbenut arbeidspotentieel? Zijn zij op zoek naar (meer) werk en zijn ze hiervoor op korte termijn beschikbaar? Hoe groot is de binding met de arbeidsmarkt voor diegenen die niet aan het werk zijn? Die vragen staan centraal in het rapport.

Cijfers over onbenut arbeidspotentieel

Uit cijfers van het CBS en UWV blijkt dat 1.114.000 personen in 2020 behoorden tot het onbenut arbeidspotentieel. Van deze groep stond 29 procent geregistreerd als werkzoekende in het GWU. Er zijn wel verschillen per leeftijdscategorie: 5 procent van de jongeren tot en met 22 jaar tot 46 procent van de 55-plussers.

Van het onbenut arbeidspotentieel in GWU stond in 2020 zo’n 40 procent ingeschreven met een kansrijk beroep: 18.000 onderbenutte deeltijdwerkers, 62.000 werklozen en 47.000 semi-werklozen. Vooral de 62.000 werklozen lijken een interessante groep voor werkgevers en de krapte op de arbeidsmarkt. Deze mensen zijn direct beschikbaar én staan ingeschreven met een kansrijk beroep.

Kansen voor kansrijk beroep

Toch blijken er ook voor deze groep belemmeringen te bestaan om aan het werk te komen. Zo kan het zijn dat zij niet (meer) over de juiste diploma’s beschikken om het kansrijke beroep uit te oefenen. Of ze hebben moeite met de Nederlandse taal. Ook is het mogelijk dat deze personen niet fulltime beschikbaar zijn en bijvoorbeeld alleen op bepaalde dagdelen kunnen werken. Om onbenut arbeidspotentieel in te zetten vraagt het dan ook creativiteit en flexibiliteit van werkgevers. Bijvoorbeeld door het aanpassen van werkroosters, het aanpassen van de functie-eisen en het zelf opleiden van mensen.

Meer informatie

Verder lezen? Download het rapport ‘Samenstelling van onbenut arbeidspotentieel’.

Download rapport